Op basis van de beleidsregels zijn de risico’s gekwantificeerd. Wij gaan ervan uit dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voordoen. Daarom hanteren we bij de bepaling van het benodigde weerstandscapaciteit een zogenaamde waarschijnlijkheidsfactor van 90%. Dit betekent dat we er rekening mee houden dat een buffer van 90% van de ingeschatte risico’s voldoende is om de effecten van risico’s op te vangen. Dit noemen we de benodigde weerstandscapaciteit.
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn af te dekken. Deze zijn in de volgende tabel opgenomen.
Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen x € 1.000) | ||
Raming 1-1-2023 | Stand per 31-12-2023 | |
Onbenutte belastingcapaciteit | 6.200 | 11.900 |
Onvoorzien | 250 | 213 |
Totaal structurele weerstandscapaciteit | 6.450 | 12.113 |
Algemene risico reserve | 69.692 | 33.250 |
Algemene reserve risico's grondexploitatie | 16.780 | 13.825 |
Totaal incidentele weerstandscapaciteit | 86.472 | 47.075 |
Totale beschikbare weerstandscapaciteit | 92.922 | 59.188 |
Toelichting op de tabel
Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB-tarieven berekenen we op basis van de artikel 12-norm van het rijk. In de meicirculaire van het Gemeentefonds geeft de minister van Binnenlandse Zaken elk jaar nieuwe normen voor toelating tot artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet. Toelating wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor 2023 is dit percentage gesteld op 0,1729% (in 2022 was dit 0,1800%). De onbenutte belastingcapaciteit is voor 2023 € 11,9 miljoen. Het tarief voor woningen (0,08567%) geeft met name deze onbenutte belastingcapaciteit.
Post onvoorziene uitgaven
De hoogte van de post onvoorziene uitgaven is € 213.000.
Algemene risicoreserve per 31-12
We nemen in de beschikbare weerstandscapaciteit alleen het gedeelte van deze reserve mee, waarover nog vrij beschikt kan worden.
De stand van de Algemene Risico Reserve is per eind 2023 € 92,7 miljoen. Hiervan is € 73,5 miljoen met raadsbesluiten gereserveerd voor lopende projecten en nieuw beleid voor de jaren 2024 t/m 2027. In 2024 t/m 2027 zijn de geraamde toevoegingen € 14,1 miljoen.. Het 'vrije deel' van de algemene risicoreserve is daardoor € 33,2 miljoen (€ 92,7 -/- € 73,5 +/+ € 14,1).
Algemene Reserve risico's grondexploitatie
De werkelijke stand van de algemene reserve risico's grondexploitaties is € 13,8 miljoen. In 2024 zal deze worden aangevuld met € 6,5 miljoen in verband met de te ontvangen Rijksbijdrage Veghels Buiten.
Ratio weerstandsvermogen
De relatie tussen de risico’s waarvoor geen financiële maatregelen zijn getroffen (benodigde weerstandscapaciteit) en de beschikbare weerstandscapaciteit noemen we het weerstandsvermogen. Dit drukken we uit in de ratio weerstandsvermogen. In de volgende tabel staat de berekening van de weerstandsratio.
Ratio weerstandsvermogen | ||
Begroting 2023 | Werkelijk 2023 | |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 92.922 | 59.188 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 44.269 | 37.390 |
Weerstandsratio | 2,10 | 1,58 |
De weerstandsratio van 1,58 is gebaseerd op het geactualiseerde risicoprofiel bij deze jaarstukken.
De beschikbare weerstandscapaciteit is lager dan bij de begroting 2023 is berekend. Dit komt doordat een gedeelte van de algemene risicoreserve is ingezet voor het instellen van een dekkingsreserve kapitaallasten (besluit programmabegroting 2024) alsmede onttrekkingen uit de reserve grondexploitatie in verband met het vormen van verliesvoorziening grondcomplexen.
De benodigde weerstandscapaciteit is 7 miljoen lager dan bij de begroting 2023. Dit komt vooral door een verlaging van de risicowaarde van de risico "prijsstijgingen als gevolg van een tekort aan grondstoffen" en het risico "onzekerheid financieel resultaat bij bouwgronden in exploitatie". Ook zijn de volgende risico vervallen stijging energiekosten en boekenonderzoek omzetbelasting.